Fabrikanten van televisies en home cinemasets staan niet stil met het ontwikkelen van nieuwe technieken. Full HD oftewel 1080P is allang niet meer de hoogste resolutie. 4K, UHD en 2160P komen steeds meer in trek en beginnen in het topsegment al door te komen.
Er is echter nogal wat verwarring over de verschillende termen. Dat de termen (ten onrechte) door elkaar gebruikt worden om hetzelfde aan te duiden helpt daar niet aan mee. Leer hier wat de verschillen zijn tussen 4K, UHD en 2160P en waarom dit belangrijk is.
4K en UHD worden vaak door fabrikanten gebruikt om de resolutie van hun tv-schermen aan te duiden. Toch zitten er tussen 4K en UHD enkele verschillen. De 4K-resolutie is een zeer hoge resolutie van 3840 bij 2160 pixels. Om die reden wordt de 4K-resolutie ook wel de 2160P-resolutie genoemd.
De P staat net als bij 1080P voor ‘progressive’. Bij ‘progressive scanning’ wordt bij elk nieuw beeldje het volledige beeld ververst. In tegenstelling tot ‘interlaced’ beelden zoals bij 1080i. Daar wordt bij elke beeldverversing slechts elke even of oneven horizontale beeldlijn ververst.
# image progressive vs interlaced
Vaak wordt er - ten onrechte - geen onderscheid gemaakt tussen 4K en UHD (Ultra-high-definition). UHD omvat in principe twee resoluties: 4K en 8K.
De verwarring tussen de namen is ook deels te danken aan de terminologie van fabrikanten zelf. Sommige fabrikanten gebruiken de term ‘4K’ op televisies, terwijl andere fabrikanten juist over UHD spreken.
#insert UHD logo
Wil een fabrikant het UHD-logo dragen dan zal de tv aan de volgende eisen van de Amerikaanse CEA (Consumer Electronics Association) moeten voldoen. UHD is daarmee ook een kwaliteitskeurmerk, waarbij 4K en 8K enkel iets zeggen over de resolutie van het beeld.
Het gros van de films en tv uitzendingen komt niet verder dan 1080p. In Nederland zenden de meeste aanbieders zelfs maar in 1080i uit. De meeste aanbieders gebruiken de term om aan te geven hoe hoog de kwaliteit is. Toch zorgt dat niet altijd automatisch voor meer duidelijkheid. Andere beeldstandaarden als 720p en 1080i worden ook gebruikt. Er is wel degelijk een verschil tussen 1080i en 1080p. De vraag is of je verschil ziet tussen bijvoorbeeld 4K of UHD en Full HD.
Sommige critici zeggen dat dat niet het geval is. Volgens hen is het verschil bijna niet met het blote oog waar te nemen. Maar dat is niet altijd waar. Kijk je namelijk Full HD-materiaal op je home cinemaset die speciaal ontwikkeld is voor een 4K-resolutie, dan merk je toch dat er verschil in kwaliteit optreedt. Beelden zijn niet mooi helder en scherp. De naam 1080p komt van ‘progressive scan’. Dat betekent dat iedere keer dat het beeld wordt ververst, alle lijnen op het beeld een nieuw beeld krijgen. Bij 1080i spreekt men van een ‘interlaced’ resolutie, wat betekent dat bij een verversing ongeveer de helft van alle beelden ververst worden. Doordat de bandbreedte in principe lager is, merk je dus ook een lagere kwaliteit. In principe kunnen we concluderen dat 1080i in sommige gevallen sterk op 720p lijkt en daarmee het inferieure broertje van 1080p is.
Dan de verschillen tussen de 4K-resolutie en 1080p. Want hoewel 1080p steeds gangbaarder wordt, staat de techniek niet stil. Tegenwoordig wordt 4K-apparatuur steeds toegankelijker en betaalbaarder. Smartphones zoals de iPhone 7 Plus en de Samsung Galaxy S7 Edge bieden al de mogelijkheid om in 4K te filmen. Steeds meer schermfabrikanten komen met monitoren en televisies op de markt om het materiaal af te kunnen spelen.
Het kijken naar een 4K-resolutie zit niet per se tussen de oren. Het aantal pixels ligt hoger, wat altijd betekent dat dit de kwaliteit ook ten goede komt. De pixeldichtheid ligt ook hoger, waardoor je minder pixels waarneemt. Dat veroorzaakt – vermits je goede aansluitingen gebruikt – minder storing en ruis op het beeld. Bovendien lijken de beelden daardoor een stuk realistischer. UltraHD of 4K is heeft dus een viermaal hogere resolutie dan Full HD. Of je echt verschil ziet, is natuurlijk ook van andere factoren afhankelijk. Bijvoorbeeld de grootte van je scherm. Kijk je op een klein scherm, dan zal je amper verschil merken. Heb je een scherm staan van 45 inch, dan zie je het verschil wel degelijk. Het gebruik van UltraHD is bovendien ook niet nieuw. We hebben jarenlang onbewust naar deze resolutie gekeken toen we in de bioscoop zaten. Thuis moesten we het tot voor kort met Full HD doen.
Het grootste voordeel van 4K is dus dat het een stuk scherper is in vergelijking met Full HD. Meer pixels betekent meer details, dat de filmbeleving ten goede komt. Een ander bijkomend voordeel van UltraHD-schermen is dat het mogelijk is 3D te zien, zonder dat daarvoor een 3D-bril benodigd is. Dit noemen we autostereoscopisch 3D. Doordat beide ogen verschillende kijkhoeken krijgen, zie je beelden in 3D. Dat klinkt leuk in theorie, maar hoe werkt het in de praktijk? Daar kunnen we momenteel nog geen oordeel over vellen, want er zijn nog geen 3D-televisies op de markt waarbij je geen 3D-bril nodig hebt.
Terug naar de vraag hoe scherp UltraHD precies is. Bij een hogere resolutie op een even groot display neemt de pixeldichtheid toe. Hoe groot het verschil precies is, is mede afhankelijk van de afstand tot het scherm. Als je een 50 inch Full HD-tv naast een 50 inch UltraHD-tv zet en op een afstandje staat te kijken, zie je waarschijnlijk het verschil niet. Kijkafstanden spelen hierbij dus een belangrijke rol.
UltraHD en 4K is dus een stuk scherper. Als je graag kiest voor een betere kwaliteit, weet dan dat je kiest voor een investering voor de toekomst. Dat betekent dat op dit moment dergelijke apparatuur aanschaffen, best een aanslag kan zijn op je portemonnee. Het voordeel is dat je een veel betere kijkervaring krijgt. In de toekomst kijkt iedereen op UltraHD en dus loop je voor op de toekomst. Om 4K of UltraHD te kunnen bekijken, heb je degelijke apparatuur nodig.
Met de aanschaf van alleen een Ultra HD-televisie ben je er nog niet. De meeste filmcamera’s werken nog steeds op een 1080p-resolutie, waardoor je nog steeds dezelfde slechtere kwaliteit behoudt. Daarom heb je in veel gevallen een zogenaamde upscaler nodig. Dit werkt aan de hand van een televisiedecoder. Belangrijk is dat je de juiste decoder, kabels en internetverbinding in huis haalt.
Een dergelijk goede encoder is in staat om normale beelden te upsamplen naar 4K-beeldkwaliteit, zonder dat er kwaliteit verloren gaat. Kies daarom het liefst voor een decoder met HEVC-ondersteuning. Dit staat voor High Efficiency Video Codec. Deze codec is een techniek waardoor de beelden via het internet of satelliet opnieuw worden gesampled zonder dat het beeldkwaliteit verloren gaat. Bijkomend voordeel is dat je veel minder datasnelheid nodig hebt om een constant kwalitatief goed signaal te krijgen. Daarmee behoort haperend materiaal tot het verleden.
Daarnaast heb je goede kabels nodig. Gebruik dus tenminste HDMI 2.0 kabels. HDMI 1.4 kabels zijn verouderd en bieden een minder hoge framerate. Ook de content zelf moet goed zijn. Je 4K-content kun je bijvoorbeeld halen van 4K Netflix. Een snelle internetverbinding of een sterk satellietsignaal zijn daarbij ontzettend belangrijk. Als je geen snelle internetverbinding hebt, wordt het kijken van 4K-beelden vrijwel onmogelijk. Zorg er dus voor dat je een internetverbinding van tenminste 15Mbps hebt en die snelheden ook echt kunt halen.
Begin dit jaar is op de Consumer Electronic Show (CES) in Las Vegas een nieuwe standaard aangekondigd: HDMI 2.1. HDMI 2.1 is een nieuwe versie van HDMI en biedt voornamelijk een ondersteuning voor 8K-beeldschermresoluties. De hogere resoluties hebben een snellere beeldverversing, een dynamisch HDR en een hogere bandbreedte. Dat betekent dat de nieuwe kabels een bandbreedte tot 48Gbps ondersteunen. Daardoor is het mogelijk op 8K video te bekijken. De huidige HDMI 2.0-kabels bieden een maximum-resolutie van 4K en hebben een maximale bandbreedte van 18Gbps. Er is dus nogal een verschil.
De nieuwe HDMI 2.1 kabels zijn ‘backwards compatible’, wat inhoudt dat je uiteraard ook Full HD of 4K-resoluties kunt gebruiken met de nieuwe kabels. De kabels worden pas in het tweede kwartaal van dit jaar verwacht. Momenteel brengen steeds meer fabrikanten 4K-televisies uit. Op een 8K-bneeldscherm is het dus nog even wachten. Er is momenteel vrij weinig content voor 4K, laat staan voor 8K. De aanschaf van een 8K-televisie en HDMI 2.1 kan dus voorlopig nog even wachten. Een aantal films is al in 8K-resolutie geproduceerd. Daarvoor is ook een speciale 8K-camera nodig. De stap van 4K naar 8K lijkt op het eerste gezicht niet groot, maar de resolutie is wel viermaal zo hoog. Of je die verschillen in de praktijk kan waarnemen, is maar zeer de vraag. Je hebt er in ieder geval een behoorlijk grote televisie voor nodig om het verschil te zien. Voorlopig kunnen we dus nog prima uit de voeten met een 4K-resoiutie. Full HD is nog steeds algemeen geaccepteerd, maar zal binnen een paar jaar toch uit de gratie raken.